Oefening op het strand: obstakels en verborgen gevaren

“Het is zomaar Klein Sarajevo”

Bewoners van de zomerhuisjes op het strand van Castricum klopten begin dit jaar bij de brandweer aan met vragen over de brandbestrijding direct aan zee. Bij twee oefeningen die daarop werden gehouden, sloten zich korpsen tot in de verre omgeving aan. Noorderrood tekende de ervaringen op.

Pascal Massee (oefenleider):

“Het balletje is gaan rollen door de eigenaren en bewoners. ‘Kunnen jullie niet eens bij ons oefenen, zodat we kunnen zien hoe dat gaat qua inzet?’, vroegen ze zich af. Niet veel later zat ik om tafel met Diny ter Harmsel van de brandweer in Egmond aan Zee. Ik zei tegen haar: het is natuurlijk ook hartstikke leuk om jullie erbij te betrekken. Vervolgens dijde het steeds verder uit, kwamen ook Limmen en Uitgeest erbij. Ik had net mijn bevelvoerdersopleiding gehad in de regio Kennemerland en die ben ik gaan bellen, met als gevolg dat Beverwijk ook meedeed. Uiteindelijk hebben we in april met een zeer grote inzet en zo’n 45 man tot tweemaal toe de bestrijding van een zeer grote brand geoefend: vier TS’en, waarvan drie 4x4’s, twee waterwagens, 4x4-verkennersvoertuigen waarvan sommige met aanhanger en een MSA. We hebben Johan Koedijk gevraagd tijdens de oefening OvD te zijn, om iedereen daadwerkelijk bij de oefening te betrekken. Dat liep gesmeerd, net als de oefeningen zelf. We hebben de logistiek goed kunnen beproeven, altijd een uitdaging op het strand. Daarnaast konden we goed zien hoe het ging met de aanrijtijden. Dat liep heel strak. Binnen zeven minuten na de alarmering waren we ter plaatse en konden we blussen, na elf minuten hadden we met de slangenaanhanger 550 meter slangleiding uitgereden en konden we vanaf de opgang, waar een geboorde put zit, de 110 voeden met water. De huisjeseigenaren waren enorm enthousiast dat we zo groot uitpakten en hun vraag zo serieus namen. Maar die inhoudelijke aanpak was voor ons vanzelfsprekend. Er staan daar gasflessen en er lopen gasleidingen. Als het een keer echt raak is, dan moeten we daar uiterst behoedzaam opereren. En dan moet je toch echt een beeld hebben van wat je te wachten staat. Bovendien: het lijkt misschien een groot scenario, maar bij een daadwerkelijk gelijkwaardig incident is dit precies wat wordt opgeroepen volgens de KVT”.

Daan Molenaar (postcommandant en bevelvoerder Egmond aan Zee):

“Ik was de eerste van de twee avonden bevelvoerder. Het was een mooie en buitengewoon nuttige oefeninzet. We oefenen niet veel op het strand en al helemaal niet in samenwerking met buurkorpsen, dus het was geen alledaagse oefening. Met de TS en de waterwagen zijn we tegelijkertijd vertrokken uit Egmond aan Zee, de waterwagen over de weg, de TS over het strand. De waterwagen was er net iets eerder, in de TS hadden we onderweg best veel last van het zachte zand door opkomend water. We hebben direct na aankomst de eerste TS van Castricum geholpen met een denkbeeldige inzet op een van de huisjes en moesten daarna samen met Beverwijk een duinbrand te lijf, waarbij we om de beurt blusten en water tankten. Inhoudelijk heeft de oefening veel leermomenten opgeleverd. Je beseft nooit goed hoeveel tijd het kost om van het strand af water te halen en weer terug te keren. Als de waterbron wat verder weg is, heb je daarvoor zeker drie auto’s nodig. Maar ook het inzicht in de aanrijdtijden was belangrijk. Verder stonden de huisjes heel dicht op elkaar en stonden er gasflessen onder. Dat betekent dat je heel wat slagkracht nodig hebt bij een echt incident. Ik vond de samenwerking met de andere korpsen heel soepel gaan, maar het was natuurlijk wel een momentopname. Ik heb al gedacht dat we bij ons op het strand zelf ook zo’n oefening moeten organiseren, maar dan met Castricum, Limmen, Heiloo en Bergen. Dat zijn toch de korpsen waarmee wij in de regel als eerste te maken hebben.”

“We hebben de logistiek goed kunnen beproeven, altijd een uitdaging op het strand”

Walter Husman (chauffeur 110, Castricum):

“Het was niet de eerste keer dat we op het strand oefenden, maar het is elke keer behoorlijk opletten. Bijvoorbeeld zorgen dat de bandenspanning van de TS op orde is. Die moet van 7,5 naar 3 bar worden gebracht met inflators. Die dingen brengen we aan vijf minuten voor we op het strand arriveren, waarna de banden tijdens het laatste stuk langzaam zachter worden. Belangrijk, want met zachte banden heb je grip, anders kun je zomaar vastlopen in het zand. Bij een oefening op een vol strand is dat hilarisch, maar je moet er niet aan denken dat het in het echt gebeurt. Dat kan fatale gevolgen hebben. Bovendien blokkeer je dan de toegang voor andere eenheden. Voor ons zijn de banden en het strand een abc’tje, voor een korps als Egmond ook, maar voor collega’s uit Uitgeest of Beverwijk ligt dat anders. Dat kon je tijdens de beide avonden merken. Daarom is dit soort oefeningen zo ongelooflijk belangrijk. Vastlopen in het zand doe je één keer, daarna overkomt het je nooit meer. Communicatiemiddelen werken, maar dicht tegen het duin aan soms niet of niet goed. Moet je een keer hebben meegemaakt om te weten, anders ben je bij de duivel te biecht. Op het strand word je direct afgerekend op je fouten. Tijdens een oefening mag het, maar als er écht stront aan de knikker is niet. Ook extreem belangrijk: kennis van de omstandigheden. Onder die strandhuisjes staan allemaal gasflessen. Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. Die verborgen gevaren zijn levensgevaarlijk. Als ze de lucht in gaan, dan is zo’n strand in een klap Klein Sarajevo. Op een camping weet je het, dan houd je er rekening mee. Op het strand sta je er niet zomaar automatisch bij stil.”

Leerpunten

  • Pendelen kost tijd. Zorg voor extra TS-en als wordt besloten te pendelen.
  • Veel strandhuisjes dicht op elkaar met gasflessen hebben een hoge vuurlast. Daarvoor is veel koelend vermogen nodig.
  • Zorg ervoor dat de bandenspanning van de 4x4 op tijd in orde is voor het rijden over het strand.
  • De C2000 ontvangst op het strand is niet optimaal. Houd daar rekening mee.
  • Stop niet op de strandopgang. Houd de strandopgang vrij.
  • De slangenaanhanger van Castricum voor de directe voeding maakt een groot verschil bij de eerste de klap.